Alternatieven winnen terrein.
Het kwartje begint bij steeds meer mensen te vallen: het verwarmen met gas kan niet voor eeuwig. Het is een feit dat gas een keer op raakt. In Nederland moeten we al eerder gas importeren dan aanvankelijk gedacht. De gaskraan wordt terecht versneld dichtgedraaid in Groningen, iedereen is bekend met wat het winnen van gas doet met de bewoners in die provincie.
Daarnaast is het verwarmen met gas schadelijk voor het milieu. Er komt namelijk CO₂ vrij en die zorgt weer voor de opwarming van de aarde. In 2015 is het Parijsakkoord afgesloten, daarin hebben 174 landen met elkaar afgesproken om de opwarming van de aarde niet boven de 2 graden Celsius te laten komen ten opzichte van de industriële revolutie in 1850. Onze regering heeft hier wetgeving voor geschreven, waardoor nu al wijken zonder gas worden gebouwd.
Verder zorgt een beleidsmaatregel van de overheid er voor dat verhuurders meer gaan investeren in het renoveren van hun woningen tot (bijna) nul op de meter woning. Verhuurders krijgen de zekerheid dat ze een deel van de investeringen kunnen terugverdienen door de energieprestatievergoeding. Huurders krijgen op hun beurt duidelijkheid over de redelijkheid hiervan en de woonlasten na de renovatie. Aan een garantieregeling voor het niet of beperkt verhogen van de woonlasten werkt minister Blok nog. Hiermee is een nieuwe mijlpaal bereikt op de weg naar het behalen van de doelstellingen uit het Energieakkoord.
Toekomstscenario’s
In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2020 alle nieuwbouw (bijna) energieneutraal zal zijn en dat woningcorporaties er naar streven dat hun huurwoningvoorraad gemiddeld een energielabel B bezit. Een grote opgave, maar ook een enorme kans. Een kans niet alleen voor woningbezitters, corporaties en huurders, maar ook voor bouwers en projectontwikkelaars. Waar de overheid de weg vrij maakt met subsidies, belastingmaatregelen en wetten, is het aan de professionals in de bouw en de leveranciers om de mindset van de consument te veranderen. En dat is nodig. Want het gaat niet allen om techniek, maar ook om gedragsverandering. Niemand is tegen verduurzamen, maar behalve dat de mogelijkheden nog grotendeels onbekend zijn, leven er ook nog tal van vooroordelen. Zoals bijvoorbeeld over de kosten van verduurzamen. Iedereen wil meewerken aan een spaarzaam gebruik van onze fossiele grondstoffen, maar om daadwerkelijk iets te veranderen wil men hier wel de voordelen van zien. Financieel, in comfort of imago. Kunnen we dat aantonen, dan staat niets het nul-op-de-meter scenario in de weg.
Gasloos wonen als nieuwe standaard
We zullen in de toekomst in onze woningen en gebouwen minder energie moeten gaan gebruiken. Dat is duidelijk. En willen we nul-op-de-meter bereiken dan zal die energie duurzaam opgewekt moeten worden. Ook dat spreekt voor zich. Installatietechnisch lijkt dit geen probleem. Sluit het gas af en vervang de traditionele cv-ketel voor een elektrische warmtepomp en/of zonneboiler voor de verwarming en het produceren van warm water. En wek de benodigde elektriciteit duurzaam op met zonnepanelen of windmolens. Steeds meer architecten, adviseurs, installateurs en zelfs energieleveranciers zien gasloos wonen dan ook als de nieuwe standaard voor de toekomst. Waar nu nog slechts kleine aantallen gebouwen en woningen all electric zijn en dit vooral nieuwbouw betreft, is het energiebesparingspotentieel enorm. Volgens Natuur & Milieu kan Nederland 640 miljoen m3 gas per jaar besparen als enkel alle huishoudens die nu toe zijn aan het vervangen van hun oude cv-ketel, in plaats daarvan kiezen voor een warmtepomp. Bovendien betekent dat 1,15 miljoen ton minder CO₂-uitstoot. Het renovatiemoment als verduurzamingsmoment. Het klinkt mooi. Is het in de praktijk ook zo eenvoudig?
Zonder warmtepomp geen nul-op-de-meter
De praktijk leert dat er méér nodig is dan de energiezuinige techniek om te verwarmen en groene stroom om de energieprestatie van een gebouw naar nul te brengen. Zo spelen ook de bouwfysische eigenschappen van het gebouw (schil / isolatie), de opslagtechnologie van de energie en de integratie van de verschillende technieken een belangrijke rol hierin. De rol van de warmtepomp is echter wel cruciaal. Om de eenvoudige reden dat een luchtwarmtepomp de enige techniek is waarbij geen energie wordt verspild. Bij alle gebruikelijke technieken om een ruimte te verwarmen (of koelen) wordt potentiële warmte uit de aarde onttrokken en raken we deze bruikbare energie via wanden, ramen en daken weer aan de buitenlucht kwijt. De luchtwarmtepomp haalt de warmte uit de buitenlucht en creëert daarmee een vicieuze cirkel waarbij de energie echt nooit verloren gaat. Er zit altijd voldoende energie in de buitenlucht, zelfs bij -10°C om goed te functioneren.